SCROLL
INHOUD
Verkiezingen 2024
Intro / citaat / kerncijfer
1. Grote tewerkstellingsnoden
Kaderstuk: nood aan landschapsarchitecten
Kaderstuk: energietransitie vergt nieuwe vaardigheden en competenties
2. Bouwonderwijs
Marc Dillen en prof. Johan Albrecht over bouwvacatures en de werkzaamheidsgraad
Partijvoorzitters over de nood aan bouwpersoneel
TOP PAGE
De bouwsector staat voor grote uitdagingen. Bouwkundige ingenieurs zijn een cruciale schakel in het succesvol aanpakken van deze complexe vraagstukken en het verwezenlijken van de ambitieuze doelen. De samenwerking tussen universiteiten en de bouwsector opent deuren voor studenten om praktijkervaring op te doen en een beter inzicht te krijgen in de echte uitdagingen. Tegelijkertijd biedt deze unieke samenwerking de industrie de mogelijkheid om nieuwe perspectieven, innovatieve ideeën en grensverleggend onderzoek aan te boren.
De sector en de universiteiten moeten jongeren inspireren en hen warm maken voor de waardevolle ingenieursopleidingen bouwkunde. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de volgende generatie ingenieurs wordt klaargestoomd om de weg te wijzen bij het ontwikkelen en realiseren van duurzame, veerkrachtige en technologisch geavanceerde infrastructuur voor een betere toekomst.
Ann Van Gysel
Programmadirecteur bouwkunde, Faculteit industriële ingenieurswetenschappen, KU Leuven
Grafiek 24:
Evolutie van het aantal openstaande vacatures
Bron: VDAB Studiedienst
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
Hooggeschoold
Middengeschoold
Geen vereiste of max. 2e graad
Grafiek 25:
Gevraagde studiegraad openstaande bouwvacatures in Vlaanderen (eind mei 2023)
Bron: Arvastat - verwerking Embuild Vlaanderen
TOP PAGE
Teamwerk op een bouwplaats in Nazareth (ill. Stadsbader)
tewerkstellingsnoden
Marc Dillen
Directeur-generaal
Mits de nodige hefbomen worden voorzien, kan de bouwsector tegen 2030 potentieel ruim een vijfde van de extra jobs leveren die nodig zijn voor de beoogde activeringsgraad tot 80%. Naast de enorme vervangingsvraag in de bouw, genereert de sector immers minstens 20.000 bijkomende jobs voor de in totaal 90.000 extra werkenden die nodig zijn om de doelstelling tegen 2030 te halen. Die nieuwe bouwjobs zijn het gevolg van de energietransitie, de gewenste renovatiegolf, future-proof en circulair bouwen enz.
01
Zet alle zeilen bij voor meer bouwpersoneel.
• Samen met de sector dient de overheid alle instroomkanalen aan te spreken om voldoende werkkrachten te vinden: het aanboren van de niet-beroepsactieve reserves bijv. jongeren tussen 15 en 24 jaar die geen opleiding, onderwijs of vorming volgen en niet aan het werk zijn, ex-gedetineerden, inburgeraars, asielzoekers, re-integratie van langdurig zieken enz. en zet in op het samen opsporen van de noden van de lokale arbeidsmarkt (i.c. de bouwbedrijven), de lokale besturen en de onderwijsverstrekkers. Daarnaast zijn er ook heel wat opportuniteiten in de bouw voor werkenden uit andere sectoren, werkzaam in krimpende bedrijven of in een uitdovend profiel.
• Samen met de bouwbedrijven dient de VDAB nog actiever in te zetten op het model van concentrisch bemiddelen, waarbij er acties en projecten worden opgezet om potentiële arbeidskrachten aan te trekken uit Brussel en Wallonië, binnen en buiten de Europese Unie.
• De aanwervingsprocedure voor buitenlandse arbeidskrachten (niet-EU) dient in het kader van de toelating tot arbeid sneller en eenvoudiger te verlopen met het oog op de knelpuntberoepen.
01
02
Knelpuntberoepen
Als we kijken naar de gevraagde beroepsprofielen in de sector dan zijn zowel de hoogopgeleide als midden- en laaggeschoolde beroepsprofielen zeer gegeerd. Op de VDAB-knelpuntenlijst van 2023 zijn er ondertussen 66 knelpuntberoepen te vinden in de bouw- en installatiesector. Daarbij gaat het o.a. om werfleider, calculator bouw, technici HVAC, diverse installateurs in de bouw, schrijnwerkers, dakdekkers, wegenwerkers, bekisters, metselaars en bouwplaatsmachinist. Nieuwkomers op de knelpuntenlijst zijn bodemonderzoeker, installateur van liften en aansluiter waterleidingen. De lijst wordt ook elk jaar langer.
Bouwbedrijven zijn niet meer op zoek naar de witte raaf, maar werven mensen aan op basis van hun motivatie en leergoesting. Kennis kan voor een groot deel op de werkplaats worden aangeleerd, de sector investeert aanzienlijk in mentorschap. Toch botsen we hier ook op grenzen: startende werknemers bezitten vaak nog onvoldoende vakkennis, werkgevers kunnen enkel nog rekenen op taal- en jobcoaching, maar kunnen geen gebruik meer maken van het VDAB-opleidingsaanbod voor werknemers. E-learningmodules voor werknemers zijn zeker waardevol, maar kunnen beroepsgerichte opleidingen tot bouwplaatsmachinist of torenkraanbestuurder niet vervangen. We vragen dan ook dat VDAB, complementair aan de werking van de private markt, zijn opleidingsaanbod terug openstelt voor werknemers.
Nieuwe evoluties en profielen
Daarnaast zijn er ook nieuwe beroepen die opgang maken onder impuls van vergroening en energetische transitie zoals aansluiter warmtenetten, expert en technicus hernieuwbare energietechnieken, sloop- en demontageprofielen of door impuls van de digitalisering wordt er ook een toenemende vraag gecreëerd naar gespecialiseerde krachten zoals dronepiloten, BIM-modelleurs, 3D-betonprinters en algemene administratieve en coördinerende profielen in het bouwbedrijf.
De vergroening en energietransitie en tegelijkertijd de opmars van digitalisering en artificiële intelligentie (AI) maken dat de werkprocessen, technieken alsook de competenties van de medewerkers ingrijpend veranderen. Een opleidingsoffensief is nodig: zowel in het secundair als hoger onderwijs moeten de leerinhouden aangepast en geüpdatet worden. Daarnaast moeten we ook investeren in een gunstig leerklimaat waarbij werknemers gestimuleerd worden om zich bij of om te scholen.
Bijdrage van bouw aan activeringsgraad tot 80%
Steunpunt Werk becijferde dat er 90.000 extra werkenden nodig zijn om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te halen. Deze 90.000 extra werkenden zullen over een periode van 8 jaar door de VDAB en zijn partners geactiveerd worden. Dit komt neer op een 11.250 extra werkenden per jaar.
De bouwsector kan potentieel tegen 2030 een vijfde van die bijkomende activeringsgraad tot 80% invullen, mits de nodige hefbomen worden voorzien. Vandaag alleen al heeft de sector om en bij de 7.000 langdurig openstaande vacatures als gevolg van de vele knelpuntberoepen in de sector. Daarnaast heb je de energietransitie en de uitdagingen om future-ready te bouwen en het duurzaam (her-)gebruiken van grondstoffen, die minstens 20.000 extra arbeidsplaatsen met zich meebrengen tegen 2030. Dat komt neer op ruim een vijfde van de 90.000 jobs die leiden tot een activeringsgraad tot 80%.
Volgens Embuild Vlaanderen dient de ambitie van de VDAB erop gericht te zijn om de 11.250 extra werkenden per jaar zoveel mogelijk te leiden naar de knelpuntberoepen. Heel wat bouwberoepen staan bovenaan die lijst. Daarom moeten de inspanningen en de activering door de VDAB in verhouding zijn tot de sectorale behoeften. Concreet betekent dat dat VDAB nog veel meer moet inzetten op werkplekleren en ingroeibanen om mensen aan te trekken naar jobs in de bouwsector en hun kennis en vaardigheden op te krikken.
Maar momenteel blijft de bouwsector voor een deel afhankelijk van gedetacheerde arbeidskrachten: 31% van bouwarbeiders is gedetacheerd. Deze arbeiders komen steeds meer van buiten de EU. Ook doen werkgevers meer en meer beroep op de gecombineerde vergunning voor knelpuntberoepen. De aanwervingsprocedure voor buitenlandse arbeidskrachten (niet-EU) dienen dan ook aan belang te winnen in het kader van de toelating tot arbeid sneller en eenvoudiger kan verlopen in het kader van de knelpuntberoepen. Daarnaast zal het belang van het aantrekken van potentiële arbeidskrachten uit Brussel en Wallonië, binnen en buiten de Europese Unie alleen maar toenemen en hebben werkgevers hier ook nood aan ondersteuning en soepele procedures.
De Vlaamse bouwsector geeft werk aan meer dan 130.000 arbeidskrachten en omvat bijna 6% van de arbeidsmarkt. In de toekomst blijft de vraag naar bouwpersoneel fors toenemen als gevolg van het vertrek van de babyboomers en het toenemende belang van nieuwe bouwberoepen dankzij de Europese Green deal en de Vlaamse klimaatdoelstellingen, aangezwengeld door de toenemende digitalisering en automatisering. Maar we zien een steeds krapper wordende pool van arbeidskrachten. De Vlaamse werkzaamheidsgraad blijft stijgen en het aantal werkzoekenden ligt historisch laag. Embuild Vlaanderen vraagt daarom een doorgedreven toekomstbeleid waar we alle instroomkanalen ten volle inzetten om arbeidskrachten naar onze sector te leiden.
Nijpend tekort
Terwijl het aantal vacatures in Vlaanderen de laatste maanden gestaag vermindert, blijft de bouw een recordcijfer van meer dan 22.000 nieuwe vacatures in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk gewest optekenen. Daarvan staan er om en bij de 7.000 gedurende lange tijd open. Ook in de toekomst blijft de vraag naar meer personeel in de bouwsector groot. Als gevolg van de babyboomers die massaal op pensioen gaan tussen vandaag en 2030, voorspellen simulaties een vervangingsvraag van 25-30% van de bestaande arbeidskrachten.
Maar ook het realiseren van de energierenovaties, de uitdagingen om future-ready te bouwen en het duurzaam gaan (her-)gebruiken van grondstoffen, creëren een nieuw elan en een uitbreidingsvraag.
Gezien de energietransitie becijferde VEKA in het BE-REEL rapport dat er tegen 2030 17.200 à 20.800 bijkomende arbeidsplaatsen in de bouw nodig zijn. Tegen 2045 zal dit benodigde aantal oplopen tot 28.800 à 38.000 menskrachten. Ten opzichte van de huidige tewerkstelling is dit een toename met 9 à 11% tegen 2030 en met 15 à 20% tegen 2045. Opgeteld bij de toekomstige vervangingsvraag van 15.000 à 23.000 jobs per jaar is een raming van 30.000 extra jobs in de Vlaamse bouwsector tegen 2030 en meer dan 40.000 tegen 2045 geen overschatting. Zeker gegeven de huidige tekorten, de vergrijzing van de bestaande mankracht en de verwachte aanzienlijke stijging van de vraag naar renovaties. Intussen gaat de instroom van jongeren in het secundaire en hoger bouwonderwijs jaar na jaar achteruit.
TOP PAGE
In de volgende legislatuur kan de Vlaamse regering en overheid als cruciale katalysator fungeren op diverse vlakken:
• Ondersteun de initiatieven om de instroom van jongeren en kinderen in het secundair én hoger bouwonderwijs te verhogen. Zo wenst de sector veel meer meisjes te bereiken.
• STEM-instroom gaat achteruit, opnieuw verhogen.
• In samenspraak met de onderwijskoepels en -netten arbeidsmarktgerichte informatie en meer specifiek de loopbaanmogelijkheden in de bouw aan bod laat komen.
• De lokale match maken tussen de noden van de bedrijven en het opleidingsaanbod en de brug zijn tussen beiden. Het RTC (regionale technologische centra) is het uitgelezen orgaan om dit waar te maken.
• Aandacht heeft voor de digitalisering en verduurzaming van de bouw bij het uitwerken van STEM-gerichte acties.
• Aandacht voor ambachten en vakmanschap, dat handenarbeid nodig is en blijft en een mooie stiel is.
• Aandacht heeft voor het stimuleren van genderdiversiteit voor STEM en bouw-STEM.
• De duale studierichtingen in het TSO en voortgezet onderwijs uitbreidt.
• Leerkrachten, CLB-medewerkers en ouders sensibiliseert dat duaal leren een volwaardige studierichting is met mooie loopbaanperspectieven en doorgroeimogelijkheden in de bouw.
• Het Engels aanbieden van master burgerlijk ingenieur voor het aantrekken van buitenlands talent naar Vlaanderen.
• Inrichten van een master landschapsarchitectuur zoals in de buurlanden.
Jan Parys
Voorzitter ORI en CEO Belgium Antea Group
Het is hoog tijd dat aan het kennisdomein van de landschapsarchitectuur in Vlaanderen de kans wordt gegeven om structureel door te ontwikkelen. Het inrichten van een masteropleiding in de landschapsarchitectuur geeft een krachtdadig antwoord op de vraag vanuit de samenleving en het werkveld om optimaal in te zetten op het verbeteren van de kwaliteit van onze leef- en werkomgeving. Dankzij een masteropleiding in de landschapsarchitectuur geven we de kans om gericht onderzoek te doen naar specifieke thema’s binnen de Vlaamse ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast bieden we een antwoord op een zeer concrete vraag vanuit het werkveld van de studiebureaus en van de aannemers naar masters in de landschapsarchitectuur.
Embuild Vlaanderen breekt een lans voor een Masteropleiding Landschapsarchitectuur in Vlaanderen. Hoewel die er is in Wallonië en de ons omringende landen, kunnen studenten die niet in Vlaanderen volgen. Dat is zonde aangezien landschapsbouw een must is bij nieuwe bouwprojecten. Het is al lang geen niche meer maar speelt in op de klimaatverandering en geeft biodiversiteit in onze woonomgevingen een boost.
De beschikbare ruimte in onze regio is schaars en kwaliteitsvolle verdichting in stedelijke centra en dorpskernen is nodig. Daarom zijn landschapsbouwers niet meer weg te denken uit de bouwteams die grotere projecten realiseren en die onze omgeving en de biodiversiteit een boost geven. Uit de data van de Vlaamse overheid blijkt o.a. dat wijkgroen in heel wat woonzones een gemis is.
Om dat mogelijk te maken op grote schaal hebben we veel meer experts nodig in landschapsarchitectuur. Momenteel telt onze regio opleidingscentra die de mogelijkheid verschaffen de graad van bachelor te behalen. Maar Embuild Vlaanderen vraagt de opleiding uit te bouwen en verder aantrekkelijk te maken door ook de graad van Master mogelijk te maken in Vlaanderen. De versterkte vaardigheden in landschapsarchitectuur zijn immers hoognodig om in onze regio kwaliteitsvolle woonomgevingen te creëren die ten volle inzetten op meer biodiversiteit en die klimaatbestendig zijn. Bovendien gaat het om een vereiste aanvulling van ruimtelijke planning van woon- en werkomgevingen. Volgens Embuild Vlaanderen dient die planning veel meer multidisciplinair te zijn dan vandaag het geval is. Naast planologen, architecten, vastgoedexperts, bouwsector economen, ingenieurs, mobiliteitsexperts enz. zijn landschapsarchitecten een noodzakelijke aanvulling om een kwaliteitsvolle en aantrekkelijke (stedelijke) omgeving te creëren.
De installatiesector staat voor een grote uitdaging om de overstap naar hernieuwbare energie te maken, het gebruik van artificiële intelligentie en digitalisering van de technieken zijn niet meer weg te denken. Om deze energietransitie te doen slagen, zullen we meer personeel nodig hebben en zullen de huidige arbeidskrachten als de (zij-)instromers in de sector nieuwe en andere competenties moeten aanleren. Studies wijzen uit dat de energietransitie enkel kan slagen als deze systemisch/holistisch wordt bekeken waarbij de hele waardeketen gesensibiliseerd en bijgeschoold wordt. Dit wil zeggen dat alle medewerkers in de keten maar ook de klanten/de gebruikers van de technieken goed geïnformeerd moeten zijn.
Deze skills zullen zowel bestaan uit essentiële competenties, waarbij een basiskennis elektriciteit, veiligheid en inzicht in de processen centraal staan, maar steeds meer zien we dat de soft skills zoals communicatie- en commerciële vaardigheden, teamwerking, aanpassings- en leervermogen belangrijker worden.
We vragen dan ook dat het secundair onderwijs zijn leerplannen update met elementaire kennis van elektrotechniek en veiligheid en het bestaande aanbod in opleidingscentra en het dagonderwijs actualiseert en dat er een nieuw aanbod ontwikkeld wordt in de vorm van de basismodule energietransitie en systeemdenken.
#WERFze
"Ongeacht diploma’s of werkervaring krijg je heel wat kansen in de bouw. Niet alleen zijn de lonen voor o.a. bouwarbeiders bij de hoogste, maar je krijgt binnen het bedrijf gerichte opleidingen om de stiel te leren. Voorts gaat werken in de bouw gepaard met heel wat afwisseling en werken in team. De laatste technologieën maken hun opgang, er is heel wat digitalisering en innovatie. En er zijn steeds meer hulpmiddelen die het werk een stuk lichter kunnen maken. Dat alles maakt ook deel uit van de campagne #WERFze Daarnaast komen in die campagne de vele mogelijkheden aan bod voor masters en bachelors in de bouw. Ook hoger opgeleiden zijn immers veelgevraagd in de bouwsector.”
Het aanbieden van duale richtingen in het volwassen- en hoger onderwijs, zoals in de buurlanden met een dichte verwevenheid van bedrijfswereld en onderwijs kan ook helpen om het imago van duaal leren en handenarbeid te verbeteren.
Ook bij de leerkrachten, CLB en de ouders heerst er nog te vaak een verouderd beeld van de bouwberoepen of zijn de jobkansen in de bouw volledig onbekend. Ze zijn niet op de hoogte van de goede arbeidsomstandigheden en loonvoorwaarden van iemand die vakmanschap heeft. Deze vakkennis wordt rechtstreeks aangeleerd door de mentor aan de jongere op de werkvloer. De pensioneringsgolf van vakmensen en de steeds lagere instroom van jongeren in het beroep, maakt dat veel vakkennis zal verloren gaan.
De maatschappij heeft vandaag te weinig besef van de centrale rol die de bouwsector in de energietransitie of de warmtepompwave kan of moet spelen en hoe jongeren door te kiezen voor het bouwonderwijs impact hebben op de klimaattransitie.
Sterk inzetten op duaal leren
Positief nieuws zien we bij het systeem van duaal leren in het bouwberoepsonderwijs, waar er een stijging is van 293 leerlingen in het schooljaar 2022-23 t.o.v. 13 in het schooljaar 2016-17. Het aandeel in duaal leren blijft wel beperkt in vergelijking met het totaal aantal leerlingen in het secundair bouwonderwijs. Momenteel hebben 2.146 unieke bouwondernemingen een erkenning én stageplaats om leerlingen uit het secundair onderwijs op te leiden. Die bedrijven hebben hiervoor intussen ook bijna 2.600 mentoren aangesteld. In vergelijking hiermee blijft het aantal duale leerlingen (293) alsnog eerder beperkt.
Nochtans blijven goede vakmensen goud waard voor de bouwsector en voor het waarmaken van de energietransitie hier in Vlaanderen. Embuild Vlaanderen pleit voor het herwaarderen van het vakonderwijs, waarbij handenwerk geherwaardeerd wordt en afstapt van het idee van het watervalsysteem. Elke leerling moet in de eerste graad secundair onderwijs kennismaken met, en proeven van de verschillende richtingen, waaronder ook handenwerk in bouw, hout en technieken, zodat elkeen in de tweede graad een juiste en gemotiveerde keuze maakt voor STEM-technieken.
We hebben dan ook een verhoogde instroom van jongeren in het secundaire en hoger bouwonderwijs nodig: de knappe koppen en de handige handen. In de recente VDAB-knelpuntenlijst vinden we momenteel het knelpuntberoep ‘werfleider’ en ‘calculator bouw’ terug op respectievelijk de tweede en de zevende plaats, naast de techniekers en bouwvakkers. Jongeren en studenten warm maken om voor een bouwrichting te kiezen, wordt meer dan ooit belangrijk.
In het hoger en universitair onderwijs gaan de inschrijvingen voor de bouwrichtingen industrieel/burgerlijk ingenieur jaar na jaar achteruit. Het graduaat werforganisatie dat sinds 2019 opstartte, is wel een succesverhaal en het aantal inschrijvingen kent een gestage opmars.
Internationaal talent
Om meer internationaal talent naar Vlaanderen te trekken, pleit Embuild Vlaanderen samen met de drie Vlaamse universiteiten om volop in te zetten op de Engelse master voor burgerlijk ingenieur. Ook de Vlaamse studenten burgerlijk ingenieur kiezen massaal voor de Engelstalige master om een internationale carrière uit te bouwen of om optimaal te kunnen werken op een steeds internationalere werkvloer en met behulp van diverse digitale applicaties. Engels wordt meer en meer de standaardtaal op de werf. Dit weerspiegelt zich ook in het aantal inschrijvingen voor de Nederlandstalige variant van burgerlijk ingenieur; het is een spookrichting geworden. Daarom dient de Engelse variant van de opleiding gevaloriseerd te worden.
Secundair bouwonderwijs
In het secundair onderwijs kiezen ook steeds minder jongeren voor het bouwonderwijs. Er zitten in het schooljaar 2021-22 12,4% minder derdegraadsleerlingen in de bouw- en houtrichtingen dan in 2017-2018.
STEM (Science Technology Engineering en Mathematics) & bouwonderwijs
De evolutie van het aantal studenten en leerlingen in bouwrichtingen moet een kentering krijgen. Als we het totale aantal STEM-afgestudeerden in het hoger onderwijs in België vergelijken met de ons omringende landen, kiezen onze jongeren aanmerkelijk minder voor een bouw & STEM-richting in het hoger onderwijs, terwijl de vraag naar deze profielen over de sectoren heen stijgt. Voor de bouwsector is dat niet anders: 2022 was een recordjaar waarin VDAB 25.025 vacatures ontving en waarvan er een derde onvervuld blijft tot vandaag.
Ingenieurs
ICT
Wetenschappen-wiskunde
In % van het totale aantal afgestudeerden in het hoger onderwijs (2019)
Grafiek 27:
Stem-afgestudeerden in het hoger onderwijs
Bron: Eurostat
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
2014-15
2015-16
2016-17
2017-18
2018-19
2019-20
2020-21
2021-22
2022-23
• professionele bachelor bouw
• industrieel ingenieur
• burgerlijk ingenieur
• graduaat werforganisatie
Grafiek 28:
Evolutie van het hoger en universitair bouwonderwijs in Vlaanderen
Bron: Ahovoks
2022-2023
2021-2022
2020-2021
2019-2020
2018-2019
• voltijds secundair
• duaal secundair
• deeltijds secundair
• BuSO
• Totaal
Grafiek 29:
Evolutie van secundair bouwonderwijs
(in aantal leerlingen)
Bron: Constructiv
800
600
400
200
2022
2020
2018
2016
2014
2012
2010
• ASO
• Alle onderwijsvormen
• TSO
• BSO
Grafiek 30:
Daling STEM zowel in ASO, TSO als BSO zichtbaar
(aandeel STEM-leerlingen in derde graad secundair, per schooljaar)
Bron: Departement Onderwijs & Onderwijskiezer
Grafiek: Analyse De Tijd
55%
45%
40%
40%
30%